Deze geneesmiddelen veroorzaken mogelijk vitaminetekort
Getty Images
Veel mensen slikken dagelijks een geneesmiddel. Slaapmiddelen, antidepressiva, iets tegen maagzuur of de anticonceptiepil bijvoorbeeld. Zo’n medicijn kan een tekort aan vitaminen of mineralen veroorzaken. Maar andersom kan het gebruik van bepaalde voedingssupplementen de werking van je medicijnen verminderen of juist versterken. Hoe zit dat?
Medicijnen en voedingssupplementen kunnen elkaar beïnvloeden. Sommige geneesmiddelen verminderen de opname van voedingsstoffen in je lichaam. Bij langdurig gebruik kan dan een vitaminen- of mineralentekort ontstaan. Maar het kan ook zijn dat de supplementen die je slikt een negatieve invloed op de werking van je medicijnen heeft. Daarom is het belangrijk dat je bewust bent van wat je slikt en waar je alert op moet zijn.
Slik je medicijnen tegen maagzuur?
Wanneer je langere tijd medicijnen tegen maagzuur slikt, protonpompremmers als omeprazol en pantoprazol, heeft jouw lichaam mogelijk moeite om voldoende vitamine B12 of magnesium op te nemen. Wanneer je deze protonpompremmers maanden of jaren gebruikt, kun je daar dus een tekort aan krijgen. Symptomen van deze tekorten zijn moeheid, misselijkheid, duizeligheid, oorsuizen en hartkloppingen bij B12 tekort en onder meer spierkrampen, vermoeidheid en lusteloosheid bij magnesiumtekort. Bij een heel groot magnesiumtekort kunnen er zelfs hartritmestoornissen optreden. Slik je maagzuurremmers en ervaar je (een van) deze klachten, dan is het dus belangrijk contact met je arts op te nemen.
Heb je diabetes?
Ook als je diabetes hebt en hiervoor langere tijd metformine slikt, kan een tekort aan vitamine B12 optreden. Metformine verlaagt de glucose in het bloed en een bijwerking ervan is dat het lichaam minder B12 kan opnemen, vooral als je dit geneesmiddel al jaren gebruikt. Slik je metformine en ervaar je klachten zoals hierboven beschreven, neem dan contact op met je arts.
Gebruik je plastabletten?
Hydrochloorthiazide is een zogenoemde plastablet die de bloeddruk verlaagt doordat er meer zouten in de urine komen en daardoor meer vocht wordt uitgeplast. Een bijwerking van deze plastabletten is een daling van het kalium-gehalte in je bloed. Ook het magnesiumgehalte in je bloed kan dalen. Een tekort aan kalium kan hartkloppingen, vermoeidheid, spierkrampen of slappe spieren veroorzaken. Magnesiumtekort geeft de bekende klachten als misselijkheid, lusteloosheid, spierkrampen en vermoeidheid. Slik je Hydrochloorthiazide en ervaar je dit soort klachten? Dan is het tijd je arts te bellen.
Slik je corticosteroïden?
Prednison en prednisolon zijn corticosteroïden die ontstekingen in je lichaam helpen onderdrukken. Een bijwerking van deze hormonen kan botontkalking zijn, want dit soort middelen remmen de aanmaak van bot. Daar komt bij dat je darmen minder calcium opnemen én je nieren juist meer calcium verwijderen. Bovendien neemt je lichaam minder kalium op. Dat laatste kan voor tekorten zorgen, zeker als je tegelijkertijd plastabletten gebruikt.
Om botontkalking te voorkomen kan het bij langdurig gebruik van corticosteroïden verstandig zijn om in overleg met je arts extra calcium en vitamine D te slikken. Vitamine D zorgt dat calcium beter wordt opgenomen en de combinatie draagt bij aan sterke botten.
Slik je de anticonceptiepil?
Veel vrouwen realiseren het zich niet, maar ook de ‘doodnormale’ anticonceptiepil kan tekorten veroorzaken. Als je een pil slikt die zowel progestageen als oestrogeen bevat, kan jarenlang gebruik een afname van foliumzuur en magnesium in het bloed veroorzaken. Een tekort aan foliumzuur kan bloedarmoede tot gevolg hebben. Daarbij kun je last krijgen van je darmen en moeheid en duizeligheid ervaren. Spierkrampen, misselijkheid en lusteloosheid kunnen wijzen op een magnesiumtekort. Herken je deze klachten én slik je de pil? Neem dan contact op met je huisarts.
Deze supplementen kunnen de werking van je medicijnen beïnvloeden
Zoals gezegd is het niet alleen zo dat geneesmiddelen vitaminen- of mineralentekorten kunnen veroorzaken; er zijn ook natuurlijke stoffen die invloed op de werking van geneesmiddelen hebben. Het is verstandig goed op te letten wat je eventueel aan voedingssupplementen neemt bij de volgende medicijnen.
Antistollingsmiddelen zoals onder andere acetylsalicylzuur (‘aspirine’) en clopidogrel zorgen dat je bloed langzamer stolt. Ook ginseng en ginkgo biloba hebben mogelijk effect op stolling van je bloed. Als je ze samen gebruikt, dan heb je meer kans op bloedingen. Ook kan ginseng de werking van een antistollingsmedicijn verminderen (dit geldt trouwens ook voor sint-janskruid). Start dus liever niet met ginkgo biloba of ginseng als je antistollingsmiddelen gebruikt.Gebruik je antistollingsmiddelen?
Heb je een auto-immuunziekte?
Een andere combinatie die niet verstandig is, is het gebruik van echinacea met een immunosuppressiva. Die laatste onderdrukken de werking van het afweersysteem en worden voorgeschreven bij mensen met hiv of een auto-immuunziekte. Echinacea stimuleert mogelijk het immuunsysteem en verstoort daarmee dus de werking van de immunosuppressiva.
Gebruik je slaapmiddelen of antidepressiva?
Tryptofaan gaat niet goed samen met antidepressiva of slaapmiddelen. Tryptofaan werkt namelijk kalmerend en kan het versuffende effect van slaapmiddelen versterken. Slik je tryptofaan terwijl je ook antidepressiva gebruikt, dan kan dat dat ten koste gaan van je concentratievermogen en kun je misselijk en rusteloos worden. Geen goede combinatie dus.
Sint-janskruid: geen allemansvriend
Sint-janskruid is een van de supplementen die helaas niet goed samengaat met veel geneesmiddelen. Zo vermindert het de werking van de anticonceptiepil. Ook kan het supplement gevaarlijke bijwerkingen geven als je het samen met antidepressiva gebruikt of met medicijnen tegen angststoornissen. Slik je medicijnen tegen hiv of hepatitis C? Neem ook dan liever geen sint-janskruid, want het vermindert de werking van je geneesmiddelen. Ook bij middelen tegen kanker, epilepsie en maagzuur kan sint-janskruid problemen geven. Lees daarom altijd goed de bijsluiter van je geneesmiddelen en zeg altijd tegen je arts als je sint-janskruid gebruikt.(bron: Gezondheidsnet)