Zijn koolhydraten slecht voor je?
Getty Images
Zijn suikers oftewel koolhydraten echt slecht voor je gezondheid en kun je ze daarom het beste maar in de ban doen? Of valt het wel mee? Alles over de zoetste verleidingen, snelle of langzame koolhydraten en het effect op je gewicht.
In vrijwel elk voedingsmiddel zitten koolhydraten, de verzamelnaam voor suikers in ons eten. Denk bijvoorbeeld aan een schepje suiker in de koffie. Of de suiker die in koek is verwerkt. Maar ook in zuivel, aardappelen en fruit zitten van nature koolhydraten. Alleen puur vlees, vis, eieren, boter, olie, noten en zaden bevatten geen koolhydraten.
Koolhydraten kun je je het best voorstellen als kralensnoeren. Eén losse kraal is een enkelvoudige suiker, oftewel een monosacharide. Voorbeelden zijn glucose en fructose (vruchtensuiker). Een dubbele kraal heet een disacharide. Dat is bijvoorbeeld suiker uit de suikerpot, maar ook melksuiker uit melkproducten (lactose). Langere snoeren komen ook voor. Vanaf tien kralen wordt zo’n suikerketen een polysacharide genoemd. Het bekendste voorbeeld is zetmeel, een koolhydraat dat onder andere in pasta, rijst en brood zit.
Opknippen tot glucose
Wanneer je iets met koolhydraten eet, komen de enzymen in je lichaam in actie. Tijdens de spijsvertering knippen ze de suikersnoeren op in losse kralen, veelal tot de kraal ‘glucose’. Vanuit de darmen wordt de glucose opgenomen in het bloed. Glucose is de brandstof waarop het lichaam functioneert. Je hebt het nodig voor de werking van je spieren, het hart, de organen en de hersenen.
Om altijd genoeg energie beschikbaar te hebben, slaat je lichaam een deel van de glucose op als voorraadje in de spieren en in de lever, in de vorm van glycogeen. Zijn de voorraden gevuld en is er nog steeds een overschot aan glucose in het bloed? Dan wordt dat opgeslagen als vet in de vetweefsels. En dat zie je op de weegschaal.
Langzame en snelle koolhydraten
Iedereen voelt op z’n klompen aan dat volkorenbrood gezonder is dan snoep. Het heeft alles te maken met het type suikersnoer. De koolhydraten in snoep zijn simpele, korte snoeren die snel worden opgenomen door het lichaam. In volkorenbrood zitten lange, ingewikkelde snoeren. Deze koolhydraten worden langzamer opgenomen en zorgen daardoor langzaam voor meer glucose in je bloed.
Te veel insuline in het bloed maakt het moeilijker om af te vallen
Suikerpiek in je bloed
Producten met langzame koolhydraten bevatten meestal ook veel voedingsvezels. Die vezels vertragen de spijsvertering en dat zorgt eveneens voor een geleidelijke afgifte van glucose aan het bloed.
Voedsel met snelle koolhydraten bevat nauwelijks vertragende vezels. Vandaar dat snelle koolhydraten een hogere én snellere piek geven in het glucosegehalte in je bloed. Soms kan dat handig zijn. Een sporter die snel energie nodig heeft tijdens een intensieve wedstrijd kan baat hebben bij snelle koolhydraten. Maar over het algemeen is het gezonder om niet van dit soort glucosepieken te hebben. Een piek leidt altijd weer tot een snelle daling van de bloedglucose. Dat zorgt ervoor dat je je moe voelt én snel weer trek krijgt. Langzame koolhydraten zijn kortom veel gezonder dan snelle. Ze geven minder kans op overgewicht, hart- en vaatziekten en verschillende vormen van kanker.
Insuline en prediabetes
En dan is er nog de link met diabetes. Het lichaam kan glucose niet zomaar gebruiken in cellen waar brandstof nodig is. Daar heeft het insuline voor nodig: een hormoon dat in je alvleesklier wordt gemaakt.
Bij mensen met diabetes type 1 kan de alvleesklier geen insuline aanmaken. Zij moeten insuline injecteren om te zorgen dat de glucose in het bloed gebruikt kan worden.
Maar er zijn ook mensen bij wie dit systeem overprikkeld is geraakt. Het lichaam maakt nog wel insuline aan, maar die doet zijn werk niet meer goed. Je moet dan steeds meer insuline aanmaken om het glucosegehalte in het bloed binnen de perken te houden. Uiteindelijk raakt de alvleesklier daardoor uitgeput. Dit overprikkelde systeem (insuline-resistentie) is een voorstadium van diabetes type 2. Het wordt ook wel prediabetes genoemd en komt steeds vaker voor.
Een extra nadeel van te veel insuline in het bloed is dat het moeilijker wordt om af te vallen. Insuline spekt namelijk de vetvoorraden en remt bovendien de vetafbraak. Wie wil afvallen, het gewicht op peil wil houden of prediabetes heeft, kan baat hebben bij minder koolhydraten eten. Het lichaam hoeft dan minder insuline aan te maken. Maar het schrappen van de snelle koolhydraten is voor iedereen gezond. Je kiest dan automatisch voor voedsel met langzame koolhydraten. En die zitten in producten vol gezonde voedingsstoffen.
(bron: Gezondheidsnet)